Sinds 1966 heeft Jumilla de D.O. status in bezit. Lange tijd was het wijngebied bekend vanwege de zware, rode wijnen die voornamelijk werden gebruikt als mengwijnen. Er is hier veel veranderd door de phylloxera die er uit brak en de verminderde vraag naar bulkwijnen. Door deze veranderingen worden er nu lichtere en kwalitatief betere wijnen geproduceerd. Van de circa 41.000 hectare wijngaarden in Jumilla ligt ongeveer driekwart rond de stad Jumilla in de provincie Murcia in een heuvelachtig landschap. De overige wijngaarden liggen in zes verschillende gemeenten in de provincie Albacete.
De bodem is er zanderig en bevat veel kalk en op enkele plaatsen ligt op de kalkstenen ondergrond een laag roodbruine aarde. Er heerst een continentaal klimaat, wat hete en droge zomers geeft. De neerslag die er valt komt in hevige stortregens en bedraagt nog geen 300 liter per m2 per jaar. De verschillen in temperatuur is heel groot. In de zomer kan het kwik oplopen tot wel 40 graden Celsius en hoger en in de winter is het er vaak 5 graden Celsius onder nul. De warme temperaturen in het rijpingsseizoen zorgen voor kleine druiven, die gebalanceerde wijnen met een hoge concentratie in structuur en aroma's geven.
De druivensoort die het belangrijkst is in Jumilla is de inheemse blauwe druif Monastrell. Deze druif is al eeuwen aangeplant in Jumilla en is goed bestand tegen de droogte en hitte in het gebied. Jumilla wordt hierdoor ook wel het Koninkrijk van de Monastrell genoemd en kan rosé en rode topwijnen opleveren. Andere blauwe druiven die hier verbouwd worden zijn de Tempranillo, Garnacha, Garnacha Tintorera, Cabernet Sauvignon, Merlot en Syrah. Van de witte druivensoorten worden de Merseguera, Airén, Macabeo en Pedro Ximénez.