Franz Joseph Karl (Frans Jozef Karel) was van 1848 tot 1916 keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije (na 1867 bekend als Oostenrijk-Hongarije). Hij was een zoon van Frans Karel van Oostenrijk. Toen keizer Ferdinand in het revolutiejaar 1848 was afgezet en zijn beoogde opvolger Frans Karel onder zware druk van zijn vrouw Sophie van de troon had afgezien werd hun toen 18-jarige zoon Franz Joseph keizer van Oostenrijk.
Franz Josephs trouwde in 1854 met zijn nicht Elisabeth in Beieren (Sisi). Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, onder wie de kroonprins Rudolf. Franz Jozeph had vele buitenechtelijke affaires die de huiselijke sfeer bemoeilijkten. Zijn broer Karel Lodewijk overleed in 1896 en in 1898 werd de keizerin, Elisabeth, vermoord door de anarchist Luigi Lucheni. Een bekende uitspraak van Franz Jozeph na al dit leed was: "Mij blijft niets bespaard". In 1914 werd zijn neef Frans Ferdinand, de nieuwe troonopvolger, eveneens vermoord. Naar aanleiding daarvan brak de Eerste Wereldoorlog uit. Toen Franz Joseph in 1916 zelf ten slotte overleed was in feite de oorlog verloren en naderde zijn rijk ook het einde.
In het revolutiejaar 1848 kwam Franz Joseph op de troon. Franz Joseph was een echte conservatief en probeerde met harde middelen (zoals een uitgebreide geheime politie en executie van dissidenten) twee onmogelijke doelen na te streven: De absolute macht van de monarchie proberen te behouden en de lappendeken van het Oostenrijkse Rijk bij elkaar houden,
Franz Josephs rijk werd centralistisch bestuurd vanuit de hoofdstad Wien. Ook de kerkhervormingen, ingevoerd onder invloed van de revolutionairen van 1848, die een zekere vrijheid voor niet-katholieken toelieten, werden ten nadele van de bevolking weer snel afgeschaft door de katholieke keizer.
In 1867 kwam de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie tot stand. Hongarije bleef soeverein maar wel verenigd met Oostenrijk. Franz Joseph werd in 1867 gekroond tot koning van Hongarije. In 1907 vonden eerste algemene verkiezingen plaats.
Franz Joseph regeerde tot het einde van de Habsburgse monarchie. Als jonge vorst stortte hij zich in allerlei militaire operaties. Hij trachtte de absolute monarchie overeind te houden en bleek niet opgewassen tegen het sterk opkomende liberalisme en constitutionalisme. Hij werd in beslag genomen door het bijeenhouden van zijn rijk. Zo verloor hij iedere invloed binnen de Duitse bond.
Zowel Franz Josephs pogingen om de machtspositie en het leiderschap in de Duitse Bond te bewaren, zijn poging om de invloed van Oostenrijk in Italië en de Habsburgse satellietvorsten in Parma en Toscane te bewaren en zijn pogingen om een Russische invloed op de Balkan te vergroten mislukten. Franz Joseph slaagde er niet in om bondgenoten te vinden.
Aan het einde van zijn regering regeerde Franz Joseph als constitutioneel monarch. Naar aanleiding van de moord in Sarajevo in 1914 op Franz Josephs opvolger Frans Ferdinand, brak de Eerste Wereldoorlog uit. Tijdens de oorlog, in 1916, stierf Franz Joseph. Zijn opvolger was zijn achterneef Karel I.
Naar hem werd de eilandengroep Frans Jozefland vernoemd.
Bronnen: https://nl.wikipedia.org/wiki/FransJozefIvanOostenrijk -