Pablo Picasso was een Spaans kunstschilder, tekenaar, beeldhouwer, grafisch kunstenaar, sieraadontwerper en keramist.
Na gestudeerd te hebben aan de kunstacademie Real Academia de Bellas Artes de San Fernando in Madrid, maakte Picasso zijn eerste reis naar Parijs in 1900, toen de kunsthoofdstad van Europa. Begin 1901 woonde Picasso weer in Madrid,
In 1905 werd hij een favoriet van de Amerikaanse kunstverzamelaars Leo en Gertrude Stein en in 1907 trad hij toe tot een kunstgalerie in Parijs die recent was geopend door Daniel-Henry Kahnweiler, een Duitse kunsthistoricus en kunstverzamelaar. Hij werd vanaf 1907 bekend in Parijs, omdat hij een van de eerste verdedigers was van het kubistische werk van Pablo Picasso en Georges Braque.
In Parijs onderhield Picasso vriendschappen met bekende personen uit Montmartre en Montparnasse, waaronder Andre Breton, dichter Guillaume Apollinaire, schrijver Alfred Jarry en Gertrude Stein.
In het begin van de 20e eeuw verbleef Picasso nog in Barcelona en Parijs.
Na de Eerste Wereldoorlog maakte hij kennis met Serge Diaghilevs "Ballets Russes". Onder zijn vrienden tijdens deze periode waren Jean Cocteau, Jean Hugo en Juan Gris.
In de zomer van 1918 trouwde hij met Olga Khokhlova, een ballerina bij Sergei Diaghilevs gezelschap.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Picasso in Parijs, terwijl de stad door de Duitsers was bezet. Picasso's artistieke stijl paste niet in de nazi-opvattingen over kunst, zodat hij niet in staat was om zijn werk te laten zien tijdens deze periode. Hij bleef wel schilderen.
Na de bevrijding van Parijs in 1944 verkeerde Picasso met een jonge studente kunst, Françoise Gilot. De twee werden uiteindelijk geliefden en hadden twee kinderen samen, Claude en Paloma.
In 1955 kocht Pablo Picasso de villa "La Californie" in de omgeving van Cannes, in 1958 het Chateau de Vauvenargues en in 1961 villa "Notre-Dame-de-Vie" in Mougins.
Naast zijn vele artistieke prestaties, had Picasso een filmcarrière, inclusief een cameo-optreden in Jean Cocteaus "Le Testament d'Orphée" (1960). Picasso speelde altijd zichzelf in zijn filmoptredens. In 1955 hielp hij bij het maken van de film "Le Mystère Picasso", geregisseerd door Henri-Georges Clouzot.
Picasso overleed op 8 april 1973 op 91-jarige leeftijd aan de gevolgen van een longontsteking en is begraven bij Château de Vauvenargues in Vauvenargues bij Aix-en-Provence in Frankrijk.
De Franse staat verwierf in 1990 via een nalatenschap van Picasso en diens vrouw Jacqueline Roque een groot aantal kunstwerken.
Picasso heeft tijdens zijn leven enorm veel kunstwerken gemaakt en zijn loopbaan kan worden ingedeeld in verschillende perioden. Er is geen officiële lijst waarin zijn gehele oeuvre staat opgesomd.
Zijn belangrijkste periodes zijn: Blauwe periode: Parijs (1901-1904), Roze periode, Kubistische periode
(1907-1917), Klassieke periode (1917-1924), Surrealistische periode (1925-1930).
Via het surrealisme kwam Picasso terecht bij abstracte werken. Er was echter altijd sprake van figuratie.
In de laatste periode van zijn leven was Picasso een beroemdheid geworden. Hij trok zich terug uit de publiciteit maar bleef productief als schilder.