Isaac Asimov is geboren in Rusland (de toenmalige Sovjet-Unie), maar al in 1923 trok het gezin naar de Verenigde Staten. In 1928 kreeg hij het Amerikaanse staatsburgerschap. Hij ontdekte de SF door de tijdschriften die in zijn vaders winkel werden verkocht. Van Asimov is veel bekend, ondermeer omdat hij heel veel heeft geschreven, maar ook omdat hij vaak commentaar in zijn boeken opnam. Bovendien heeft hij twee autobiografieën geschreven: In Memory Yet Green en In Joy Still Felt. In 2002 is nog een biografie verschenen (It's been a Good Life) van de hand van Janet Jeppson, Asimov's tweede vrouw.
Asimov begon met schrijven in 1938 en kreeg direct vanaf het begin een band met John W. Campbell Jr., de editor van Astounding Science Fiction, die hem raadgaf en stimuleerde. Zijn eerste gepubliceerde verhaal was "Marooned off Vesta" (1939) in Amazing Stories. Gedurende de oorlogstijd werkte hij grotendeels op het US Naval Air Experimental Station, samen met L. Sprague de Camp en Robert Heinlein in 1948.
Zijn eerste robot-verhaal "Strange Playfellow" (ook "Robbie") verscheen in 1940. Het derde verhaal ("Liar!", 1941) introduceerde de drie wetten van de Robotica. Asimov geeft John W. Campbell de eer van het bedenken ervan. Deze drie wetten veranderden permanent de manier waarop in de SF met robots werd omgesprongen. Was voor die tijd de robot gewoonlijk het gevaar voor de mens, door de wetten was dit niet meer mogelijk. De robots gehoorzaamden immers de mens.
Asimovs beroemdste verhaal "Nightfall" werd in 1941 gepubliceerd. Volgens velen is dit op SF-gebied het beste verhaal aller tijden.