Zénobe Théophile Gramme was een Belgisch elektrotechnisch ingenieur. Zijn standbeeld staat voor het museum "Conservatoire national des arts et métiers" te Paris.
Gramme werd in Liège opgeleid tot timmerman. In 1856 vestigde hij zich in Paris, waar hij voor Heinrich Ruhmkorff werkte, een producent van elektromagnetische apparaten.
Als doe-het-zelver en timmerman werkte hij in 1871 voor zilversmid Charles Christofle. Hij vervolmaakte het prototype van de eerste industriële dynamo. In 1869 vond hij de Gramme-dynamo uit, een gelijkstroomdynamo die in staat was veel hogere spanningen te genereren dan de toen bekende dynamo's.
Het tweede prototype van zijn dynamo (1871) werd geëxposeerd in het "Maison de la Métallurgie et de l'Industrie" te Liège. Met de machine van Gramme kon men door elektrolyse in één uur 600 gram zilver laten neerslaan op bronzen bestekken.
Om zijn apparaat in productie te brengen, richtte hij samen met de Franse ingenieur Hippolyte Fontaine in 1871 "La Société des Machines magnéto-électriques Gramme" op. Deze fabriek specialiseerde zich in dynamo's en elektrische generatoren. De toekomst van de dynamo zou beperkt geweest zijn zonder Fontaines ontdekking dat elektriciteit transporteerbaar was. Op de wereldtentoonstelling van 1873 te Wien ontdekte Fontaine bij toeval dat men elektriciteit verschillende kilometers ver kon transporteren. Tot dan toe stond de generator daar waar men de elektriciteit nodig had. Nu kon de generator waar dan ook geplaatst worden en dus worden gecentraliseerd.
Gramme overleed op 74-jarige leeftijd. Hij ligt begraven op het kerkhof "Cimetière du Père-Lachaise" te Paris.