Er zijn meer dan 50 variëteiten van de Brits-Indische 1 rupee uit 1862. De variëteiten worden gevormd door 5 factoren:
1) het aantal vakken op de bust van Victoria:
-> A: 3,75 vakken
-> B: 4,25 vakken
-> C1: 3,33 vakken
-> C2: 3,5 vakken
2) de bloem op de muntzijde bovenaan de munt
-> 1: Bloem is open, zeven, naar beneden gebogen bloemblaadjes
-> 2: Bloem is gesloten, lijkt op een knop
-> 3: Bloem heeft kortere, meer naar boven staande bloemblaadjes
3) het aantal stippen onder de bovenste bloem
4) het aantal stippen tussen het jaartal en de onderste bloem
5) het aantal ribbels op de zijkant en diameter
-> C – 150 ribbels, 30,7 mm
-> M – 153-156 ribbels, 30,9-31 mm
-> B – 152-155 ribbels, 30,7-30,9 mm
Bijvoorbeeld: (B/2 2/0 B): 4,25 vakken, bloem is gesloten, 2 stippen boven, geen stippen onder, 152-155 ribbels en tussen 30,7-30,9 mm diameter.
Zie ook "India" voor uitleg over muntsysteem en muntplaatsen.