Literatuur heeft betrekking op geschriften, die tot de letterkunde worden gerekend. Het zijn teksten die om uiteenlopende redenen kunnen worden gewaardeerd als kunstwerken. Vroeger sprak men vaak over de schone letteren ofwel de bellettrie. Vaak betreft het (verzonnen) proza, poëzie of toneelstukken, maar soms ook andere genres, zoals essays of (auto)biografieën. Een allesomvattende definitie van de hiermee bedoelde literatuur bestaat niet. Het begrip is ook telkens aan verandering onderhevig.
Toch bestaat er over een flink aantal werken uit het verleden een consensus, die al tientallen jaren voortduurt, bijvoorbeeld over het werk van de Nederlandstalige schrijvers Multatuli of Guido Gezelle. Meer recent werden in Nederland bijvoorbeeld de werken van W.F. Hermans en Hugo Claus als Nederlandse literatuur beschouwd.
Tegenwoordig is men alhier geneigd ook de beeldverhalen van Marten Toonder en de romans van veelschrijver Herman Brusselmans tot de literatuur te rekenen.
Bij wijze van uitzondering mag ook secundaire literatuur (boeken over literatuur of literaire schrijvers) die specifiek betrekking heeft op literatuur worden opgenomen.