Winterboek van de Margriet, boeken met omslagen van o.a. Jan Lutz, Eppo Doeve, Piet Maree, Fiep Westendorp en vol met strips, spannende verhalen, puzzels, raadsels en goocheltrucs. Ze werden door de wederverkoper aan huis aangeboden en verschenen rond Sinterklaastijd.
Historie:
In 1884 werd door Coenraad Nicolaas Teulings in ‘s-Hertogenbosch de drukkerij Cebema opgericht. Deze drukkerij maakte een opmerkelijke groei door en in 1936 nam Leo Teulings van C.N. Teulings’ Koninklijke Drukkerij het initiatief tot de vestiging van de Geïllustreerde Pers in Amsterdam. Het eerste begin van dit vaak met de afkorting GP aangeduide bedrijf was kleinschalig en men was werkzaam in een door de Nederlandsche Grafische Kunstinrichting (een ander bedrijf van Teulings) ter beschikking gesteld kantoorlokaal in de Pieter Pauwstraat in Amsterdam. In 1937 ging de GP samen verder met de Nederlandsche Diepdruk Inrichting. Deze drukkerij kwam in 1931 vanuit Leiden naar Deventer, de van oudsher beroemde drukkersstad en legde zich met name toe op het drukken van geïllustreerde tijdschriften in grote oplagen. Op 30 september 1938 verscheen bij de GP het eerste nummer van de Margriet en dit tijdschrift was in Nederland gedurende vele jaren het weekblad met het hoogste abonnementenaantal. Ook gaf de Geïllustreerde Pers “populaire romans en ontspanningslektuur” uit naast “werken van letterkundige of instructieve inhoud”. In dit rijtje paste goed een mix van ontspannings- en opvoedkundige lectuur voor de jeugd. Al in 1939 verscheen dan ook het eerste Winterboek. Dit zou het eerste exemplaar worden van een lange reeks verschijningen, waarvan het laatste uitkwam in 1988 bij het 50-jarig bestaan van de Margriet.
Voorlopers:
Voordat het eerste Winterboek in 1939 uitkwam, verschenen er nog een drietal boeken die veel leken op deze uitgaven. In de eerste plaats was daar het boek “Na vieren. De tuin der fantasie”. Een uitgave van C. Wiering te Amsterdam, ook in 1939. Het omslag is anders, linnen bedrukt met bandtekening van Lindenberg, maar de inhoud is identiek aan de inhoud van het eerste Winterboek. Het is nog niet duidelijk waarom deze beide boeken in hetzelfde jaar werden uitgegeven. Opvallend zijn de zes mooie kleurenplaten, deze zullen in volgende edities niet meer voorkomen.
Ook verschijnen er rond diezelfde periode twee gebrocheerde uitgaven van “Ons Kinderboek”. Deze boekjes bevatten veel materiaal uit het kindertijdschrift “Olijk en Vrolijk”. Het eerste Kinderboek is in feite een bundeling van 10 exemplaren van dit jeugdblad, en niet chronologisch geordend. Misschien een soort van drukproef, maar al wel met kaft en advertentie op de achterkant. Het bevat nummers van de tweede jaargang 1937-1938. In dit Kinderboek is ook duidelijk de hand van Ton Hulsebosch te herkennen: hij vertaalde in ieder geval de gedichtjes. Het tweede Kinderboek, uitgegeven door De Geïllustreerde Pers in Amsterdam bevat verhalen, gedichtjes, spelletjes, strips, kleurplaten en gekleurde platen, waarvan sommige zeker ook cover van Olijk en Vrolijk zijn geweest. Zoals “ezeltje rijden”, “de vogelschool” en “klepperende klompjes”. Het boekje kostte 35 cent, had 80 bladzijden en Jan Lutz tekende de voorplaat.
Het concept:
Je zou kunnen zeggen: als je een Winterboek kent, dan ken je ze allemaal. Het concept is steeds hetzelfde, maar het verveelt nooit. Voeg een aantal spannende verhalen, toneelstukjes, versjes, goocheltrucs, strips, sprookjes, puzzels, spelletjes, raadsels en kleurplaten samen met mooie illustraties en je hebt een prachtig geheel. De verhalen in de eerste Winterboeken spelen zich vaak af in een Engelse of koloniale sfeer, maar bronnen worden niet vermeld. Wel zijn veel tekeningen door Engelse illustratoren gesigneerd, zoals T.H Robinson, L. Adamson, H.M. Talintyre, Ruth Moorwood, Sylvia Venus en Mildred Entwisle. Ook de eerste Pimmetjes Pech getekend door
Tijs Dorenbosch en Gijsjes Goochem van Jac. Grosman komen er in voor, evenals een vroeg verhaal van Marten Toonder over Tom Poes en Ollie B. Bommel.Dit Winterboek uit 1947 is een collectors item bij stripliefhebbers en moeilijk te bemachtigen.
De gekartonneerde voor- en achterplaten zien er zeer aantrekkelijk uit en werden verzorgd door bekende tekenaars als Jan en Peter Lutz, Eppo Doeve, Piet Maree en later Fiep Westendorp, Jan Wesseling en Elly Zevenhuizen. Tijdens de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog werd door de illustratoren een eigen stille strijd werd gevoerd, gezien de voorplaten van ridders met een gevangene en een jaar later van reuzen die een klein jongetje bedreigen. Omdat tijdens de oorlog in april 1943 de uitgave van de Margriet werd onderbroken tot november 1945, lijkt het hiaat van de drie ontbrekende boeken uit 1943, 1944 en 1945 verklaard.
De Wederverkoper:
De GP werkte met het wederverkoper-systeem en dit betekende dat alle producten van de GP (voornamelijk andere bladen, boeken en kinderboeken) vaak persoonlijk door de wederverkoper werden aangeboden aan de deur of soms ook in de straat. In de jaren na de oorlog was het aantal gezinnen dat de Margriet en de Donald Duck las gigantisch en waarschijnlijk mocht het Winterboek in dat succes delen. In de provincie was de bezorger de enige boekverkoper die de huisvrouw zag en het Winterboek was een geschikt en redelijk geprijsd cadeau voor Sinterklaas en Kerst.
Het allereerste Winterboek uit 1939 kostte 90 cent, het daaropvolgende 80 cent en in 1941 was de prijs 85 cent. Voor een Winterboek uit 1950 werd f 2,90 betaald, in 1951 f 2,95 en in 1961 f 3,65. Helaas zijn geen exacte oplagecijfers bekend, maar in een goed jaar werden zeker meer dan 60.000 exemplaren verkocht. Ook over recensies valt weinig te zeggen, ze komen in de historische bronnen niet voor. We zullen het moeten doen met het enthousiasme van mensen, die in hun jeugd opgroeiden met de Winterboeken en met warmte reageren als ze het woord Winterboek horen noemen.