Behaalde aan de Stedelijke Normaalschool in Antwerpen het diploma van onderwijzeres. Tijdens haar studies was Jorssen actief in de studentenkring Jong Leven. Als lerares trad ze toe tot de "Dietsch Opvoedkundige Beweging".
Kort na het begin van de Duitse bezetting leidde zij de meisjesafdeling van de "Vlaamsche Jeugd". De eenmaking van de Vlaams-nationale jeugdbewegingen in de "Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen" (NSJV) leidde tot meningsverschillen binnen de leiding van deze nieuwe organisatie. Jorssen verdween daarop uit de jeugdbeweging. Zij werd onderwijzeres aan de Antwerpse "Vlaamsche School", een met de steun van de "Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap" (DeVlag) in september 1942 opgerichte lagere school en trad op als kampleidster bij de Kinderlandverschickung, de door de Duitse bezetter en de DeVlag georganiseerde vakanties van Vlaamse kinderen naar het Duitse platteland. Tijdens de repressie werd ze tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld, in beroep tot drie jaar teruggebracht. In 1956 keerde zij terug naar het onderwijs.
Vooral vanaf de jaren 1960 werd Jorssen een productief auteur. Vele van haar romans en novellen behandelen onderwerpen uit de geschiedenis van de V.B. en van Antwerpen. Ook haar eigen belevenissen en die van andere vrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog vormden een inspiratiebron. In 1977 ontving ze de Ferdinand Snellaertprijs van de Vereniging van Vlaams-Nationale Auteurs.