Als kind hield Berck al van tekenen. Hij studeerde aan het Sint-Lucas-Instituut in Brussel en deed aan anatomietekenen in Leuven. Op zijn 26ste jaar kwam hij in dienst bij het reclamebureau Publiart, onderdeel van Uitgeverij Lombard in Brussel.
In 1958 publiceerde hij in het weekblad Kuifje de strip Pechvogel (Frans: Strapontin), terwijl René Goscinny de scenario’s schreef. Deze stripreeks draaide rond een Parijse taxichauffeur. In 1965, toen Goscinny het te druk kreeg met de succesreeks Asterix, kreeg Pechvogel een andere scenarist, Jacques Acar. Met hem zette Berck nog twee jaar de serie voort.
Bercks humor is vaak een beetje wrang, vooral in de verhalen die hij zelf bedacht. Hierna creëerde hij de James Bond-pastiche "Ken Krom" en “Lady Bound”, maar moest deze reeks na protest van zijn uitgever weer laten vallen. Met Yves Duval als scenarist tekende hij hierop de stripreeks Hansje, over een jonge tamboer ten tijde van Napoleon. De strip heet in het Frans Rataplan (Een naam die verder niets met de hond uit de Lucky Luke-stripreeks heeft te maken).
Samen met Leo Loedts maakten Berck onder het pseudoniem "Studio Arle" de stripreeksen Wim en Eric: De Verdwenen Sloep (1965) en de avonturenreeks De Zwartepinken (1965-1972) op scenario van Maurice Renders in het blad Zonneland.
In 1967 verliet Berck Kuifje. Hij ging nu voor Robbedoes werken, waar hij met een scenario van Yvan Delporte en Raymond Macherot de stripreeks Kapitein Mulligan tekende. Mulligan was de kapitein van een sleepboot in het Amerika van de jaren '20 tijdens de drooglegging. Twee jaar later stelde Berck aan Raoul Cauvin voor om een detectivestrip te maken. Cauvin had hiervoor voldoende inspiratie en gebruikte dezelfde historische achtergrond. (Ook was het een beetje gebaseerd op de televisiereeks The Untouchables). Cauvin creëerde twee hoofdfiguren: Sammy Day (de kleine zwartharige) en Jack Attaway (de lange blonde en leider van het duo). In maart 1970 verscheen het eerste Sammy-avontuur in Robbedoes. Eerst speelden de verhalen zich vooral in Chicago af, later ook in andere delen van de wereld.
Behalve zijn stripreeksen voor Dupuis publiceerde hij ook voor de Nederlandse stripmarkt de serie De Donderpadjes, over een bende padvinders, en Lowietje, een reeks over een weeskind dat tegelijk een rijke erfgenaam is. Deze reeks werd later ook in de Franstalige editie van Robbedoes gepubliceerd als Lou. In Vlaanderen publiceerde hij samen met Daniël Jansens de dagelijkse strip "Lombok" in de Gazet van Antwerpen. Van 1972 tot 1974 bedacht hij de humoristische sciencefictionreeks "Mischa" voor de Duitse Rolf Kauka-studio’s in het magazine Primo, vaak samen met Francis Bergèse, Raoul Cauvin, Guy Bollen of Lucien De Gieter.
Berck ging in 1994 met pensioen. Tekenaar Jean-Pol nam de reeks "Sammy" over. Berck had tijdens zijn carrière graag een humoristische cowboystrip willen tekenen, maar hier heeft hij nooit de tijd voor gevonden. Berck overleed in december 2020 op 91-jarige leeftijd.
Berck kreeg in 1973 de Prix Saint-Michel voor "Beste humoristische tekenaar" en opnieuw in 1975 samen met Cauvin voor het beste humoristische stripverhaal Les gorilles font les fous (De lijfwachten zijn knetter). In 1979 ontving hij ook een Bronzen Adhemar voor zijn gehele oeuvre.