Miniaturisering loopt als een rode draad door de geschiedenis van modeltreinen. In 1948 verscheen in Zweden een modeltrein van het merk Micro Trains in schaal HH0 ofwel half H0, wat in die tijd neerkwam op 1: 152. De maker, Carl Nordstrand, produceerde een Amerikaanse 4-6-4 stoomlocomotief van de NYC, een 6-assige personenwagen, een gesloten goederenwagen en rails met een spoorwijdte van 10 mm. De loc werd gemaakt van gietwerk metaal, de wagens hadden gietwerk metalen onderstellen en een kunststof opbouw. De vraag bleef echter beperkt. Uiteindelijk kocht Kadee de gietvormen, maar voordat die gebruikt zouden worden kwam spoor N op als standaard. Het enige dat Kadee nog kon gebruiken was de naam, die gebruikt werd voor spoor N en Z producten. Toen in 1990 Kadee zich opsplitste werd Micro-Trains Lines de naam voor N en Z en Kadee voor H0.
Miniaturization is a continuous goal in the history of model railroading. In 1948 in Sweden a model train named Micro Trains appeared. The scale was called HH0 or half H0 which was in those days 1:152. Carl Nordstrand, the maker produced an American 4-6-4 steamlocomotive from the NYC, a heavyweight passenger coach, a box car and track with 10 mm gauge. The loco was made of metal die cast, the cars had a die cast chassis and plastic bodies. However, demand never developed. Eventually Kadee bought the dies but before they were going to be used, N gauge appeared as a standard. The only thing Kadee could salvage was the name which became the company name for N and Z products. When in 1990 Kadee was split up, Micro-Trains Lines became the brand for N and Z and Kadee for H0.