Pjotr Bendel is in 1905 in Moskou geboren. Een deel van zijn leven heeft hij in gevangenschap doorgebracht, waardoor nog niet alle archiefdocumenten openbaar zijn en een delen van zijn levensbeschrijving de vorm van een legende aannemen.
De vader van Pjotr Bendel was Emil Sigismundovitsj Bendel. Een bekende schilder, opgeleid in München en Parijs, en fotograaf die een eigen fotostudio in Moskou had en lid was van de Russische Vereniging van Fotografen. Pjotr begon zijn studie ook in het buitenland, maar keerde in 1924 terug naar Moskou waar hij prive-lessen kreeg van de Sovjetkunstenaars Fjodor Rerberg en Dmitri Kardovski. Tevens had hij de passie voor fotografie van zijn vader overgenomen. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij naar het front gestuurd (of hij had dit zelf gevraagd) als militair fotojournalist.
In 1942 werd hij door Duitse soldaten gevangen genomen in de buurt van de Russische stad Vjazma. In krijgsgevangenschap ging hij portretten maken van Duitse officieren om zijn kans op overleving te vergroten (vele andere krijgsgevangen werden gefusilleerd).
Na de oorlog kwam hij wederom in een gevangeniskamp. In 1945 werd hij gearresteerd door de Sovjet-autoriteiten. Een legende verhaalt dat hij een gigantisch portret van Stalin had gemaakt met droge penseeltechniek ter gelegenheid van jaarlijkse herdenking van de Oktoberrevolutie. Het canvas waar dit portret op was geschilderd was gemaakt van 8 stukken stof. Toen dit 10 meter lange doek tegen de gevel van het Bolshoi-theater werd gehangen, verschenen er op een regenachtige dag de naden van het doek door de verf heen. Hierdoor leek het alsof Stalin achter tralies zat, wat natuurlijk ontoelaatbaar was.
Een ander verhaal wordt verteld door een tijdgenoot van Bendel, namelijk de Oost-Duitse fysicus professor Klaus Hennig, namelijk dat Wendel was gearresteerd voor collaboratie met de Duitser, omdat hij portretten van hen had geschilderd. Deze reden staat ook vermeld op een archiefkaart van het Sovjet detentiecentrum waar Wendel gevangen werd gehouden. Hij was veroordeeld tot 10 jaar.
In het Sovjet-kamp ging Wendel door met portretteren en tekende hij lotgenoten en bewakers met een potloodstompje. Ook hier bleef zijn talent niet onopgemerkt en kwam hij uiteindelijk onder de vleugels van de directeur, Boris Mordinov, van het kamp-theater "Vorkuta Staatstheater voor Drama". Bendel werd een uitstekende theaterkunstenaar. Ook na zijn vrijlating bleef hij het theater trouw en heeft de toneelkomedie "Plattelands avonden" geschreven over het leven op een collectieve boerderij.
Na de dood van Stalin in 1953 werd het kamp gesloten en kwam Bendel vrij, echter zonder rehabilitatie. Hij ging in Syktyvkar in de repubuliek Komi wonen en werkte daar bij het heemkunde museum, het theater en diverse nationale instellingen.
Op 17 september 1955 werd er amnestie verleend en keerde hij terug naar Moskou. Hij ging werken voor het tijdschrift Ogonjok en schreef een theater-column in de krant Izvestia. Daarnaast werkte hij als schilder en graficus en maakte hij veel schilderingen en tekeningen voor postzegels, enveloppen, briefkaarten en posters.
Bronnen
Wikepedia (Duits): Peter Emiljewitsch Bendel
Wikipedia (Engels): Vorkuta State Drama Theatre
Kosmonautenmuseum (online, Russisch): Portret van een onbekende ("portret-neizvestnogo")