Bohemen en Moravië was een land in Centraal-Europa. Na de Duitse annexatie van Sudetenland, de Hongaarse annexatie van Zuid-Slovakije en Karpato-Oekraïne en de onafhankelijkheid van Slovakije, vestigde het Duitse Rijk in 1939 een protectoraat over Bohemen en Moravië, waarmee het resterende deel van Tsjechoslovakije de facto werd geannexeerd. Van 1939 tot 1945 gaf het Duitse Rijk bezettingszegels uit. In 1945, na de Duitse nederlaag in de 2de Wereldoorlog, werd Tsjechoslowakije herenigd.
Het Protectoraat Bohemen en Moravië (Reichsprotektorat Böhmen und Mähren / Protektorát Cechy a Morava) was de naam van Tsjechië tussen 1939 en 1945, toen het een protectoraat van het Derde Rijk was.
Het Protectoraat Bohemen en Moravië werd op 15 maart 1939 opgericht en omvatte de restanten van Tsjechië. Slowakije had zich afgesplitst, het etnisch-Duitse Sudetenland was een deel van het Duitse Rijk geworden en kleinere gebieden waren deel van Polen of van Hongarije geworden. Het Protectoraat verenigde vrijwel alle overgebleven territoria met een etnisch-Tsjechische bevolkingsmeerderheid.
Het protectoraat had een belangrijke functie in de Duitse oorlogsindustrie. Gedurende een belangrijk deel van de oorlog lag het buiten het bereik van geallieerde bommenwerpers en de Tsjechische industrie met haar goed opgeleide werknemers werd ingezet in de oorlogsproductie.