Eind jaren 60 worden in Limburg de mijnen gesloten. DSM (De Staatsmijnen) probeert de mijnwerkers nieuw werk te verschaffen. Onder andere komt daarvoor DAF naar Born.
De staatsmijnen bezaten werkplaatsen waar invalide geraakte mijnwerkers werkzaamheden konden verrichten, om zo toch nog een zinnige dagbesteding te hebben. Deze 'WIM-werkplaatsen' (Werkplaats Invalide Mijnwerkers) werden na de mijnsluiting omgevormd tot Sociale Werkplaatsen, en ondergebracht bij het Fonds voor Sociale Instellingen (FSI), welke haar sociale werkplaatsen weer onderbracht bij de Stichting Fonds van Bedrijven van FSI, afgekort tot SFB. Een van die activiteiten was het voortzetten van de modelautoproductie van Best Box. Aanvankelijk nog steeds onder de naam Best Box, gaat men in de jaren zeventig over tot Efsi, een fonetische uitspraak van FSI.
Het bedrijf werd verplaatst naar industrieterrein De Beitel in Heerlen. Aanvankelijk werd doorgeproduceerd met de aanwezige matrijzen. Later werden de matrijzen door een firma in Portugal gemaakt. Nadat men deze matrijzen pasklaar had gemaakt gebruikte men een legering van zink en aluminium om de auto's, vrachtauto's en autobussen te gieten. Men had aparte matrijzen voor de kunststofdelen, waar de wielen, interieurs, ruiten, bumpers werden gegoten. De kunststof kwam van DSM in de vorm van korrels in diverse kleuren dat Efsi zelf mengde. De personenauto's werden eind jaren 70 uitgefaseerd.
Het onderhoud van de matrijzen en het machinepark werd door monteurs van EFSI zelf uitgevoerd.
In 1986, na de sluiting van het FSI, werden de mallen van Efsi overgenomen door Holland Oto uit Weert (Een bewijs daarvoor kan gevonden worden in Efsi modellen die aangetroffen worden in Holland Oto verpakkingen).