Joep Rademakers begon zijn carrière in 1954 met het schrijven van het liedje Boem-Paaf, 't is weer carnaval voor het carnaval in zijn woonplaats. Later schreef hij ook serieuze luisterliedjes.
In de beginperiode noemde Rademakers zich D'r Joep. Hij trok met zijn liedjes door Nederland en België. Op de bühne zong hij zijn humoristische liedjes. Het repertoire van Rademakers bestond uit 135 eigen versjes. De bekendste waren Doe erme papa, De beste sjöt en Engel woeë mot dat heer. De arrangementen voor zijn liedjes werden gemaakt door Ger Daalhuizen en Sjeng Kraft.
In 1976 won Rademakers de Jo Erens-prijs met het lied De vregeleer.
Rademakers nam diverse keren deel aan het jaarlijkse "Sjilvese Sjlager Konkoeer". De sjlagers van 1954 (Boem-Paaf), 1955 (Vieër zint de Meute, Meute, Meute), 1956 (Vregele is een kwoal), 1959 (Al woeëne vieër ooch in 't groeëtster loak), 1960 (De beste sjöt), 1962 (Ich wil gee potje), 1963 (Houd dich aan de luuj neet op), 1964 (Zeuk mich ins ene normale), 1970 (Vieër zint va Sjilvend), 1986 (Dat is os Sjilvend) en 1994 (De zaate hermenie) staan op zijn naam.
In 2004 bracht de "Zangvereniging Oranje" uit Schinveld een CD uit met liedjes van Joep Rademakers.