Samen met Georges Troisfontaines bedacht Victor Hubinon een nieuwe strip: Buck Danny (afgeleid van Bucks Bunny), een piloot in de Amerikaanse marine-luchtmacht. Aanvankelijk schreef Troisfontaines het scenario, maar vanaf pagina 12 nam Jean-Michel Charlier dit over. Omdat Hubinon moeite had met het tekenen van vliegtuigen, hielp Charlier hierbij. Na een paar jaar nam Hubinon al het tekenwerk op zich. Het uiterlijk van Buck Danny baseerde Hubinon op Georges Troisfontaines, al zou Danny zelf in de komende vijftig jaar niet verouderen, de omgeving, de voertuigen en de actuele omstandigheden deden dat wel. De strip werd voor het eerst gepubliceerd in Robbedoes/Spirou van januari 1947. Het werd een succes; er zijn zo’n twintig miljoen albums van de serie verkocht. Hubinon zou zijn geesteskind trouw blijven tot zijn dood in 1979.
Tijdens de zomer van 1947 realiseerde de auteurs zich dat het moeilijk was om een luchtvaartverhaal te vertellen zonder zelf piloot te zijn, en zij haalde allebei hun vliegbrevet.
In 1952 werden zij aangenomen als piloot bij Sabena. Ze bleven daar maar een jaar, omdat zij baalden dat zij alleen maar tweederangs klussen kregen waar niemand zin in had, in plaats van langere reizen te maken.
Scenarioschrijver (en tekenaar) Jean-Michel Charlier baseerde zich graag op de realiteit.
Hij kon zijn eigen ervaringen als piloot gebruiken.
De verhalen zijn vaak geïnspireerd op echt gebeurde feiten.
Ook zijn alle vliegtuigen die in de strip voorkomen werkelijk bestaande modellen.
De albums van Buck Danny - Scenario Jean-Michel Charlier, tekeningen Victor Hubinon
Charlier verdeelde zijn verhalen vaak over meerdere albums. Hieronder zijn die delen bij elkaar geplaatst en van een klein commentaar voorzien.
Deze fictieve avonturen zijn geplaatst in een decor dat min of meer de historische feiten volgt van de oorlog tussen Amerika en Japan in de Stille Oceaan.
1 De Jappen vallen aan (Les Japs attaquent) 1948
2 De geheimen van Midway (Les Mystères de Midway) 1948
Charlier en Hubinon (bijgestaan door Albert Weinberg) maakten voor het Belgische weekblad Moustique in 1948 een strip gebaseerd op een historische gebeurtenis, de verovering door de Amerikanen van een door de Japanners bezet Atol in de Stille Zuidzee, tijdens WO II.
Tarawa het bloedige atol (Tarawa atoll sanglant) 1948 - Album, buiten serie. (In 1981 herdrukt en gedeeltelijk hertekend)
Buck Danny sluit zich aan bij “De Vliegende Tijgers”, een historische gevechtseenheid onder leiding van commandant Claire Lee Chennault, een Amerikaan die zicht ten dienst stelde aan Tchang Kaï-chek, in China. Bij deze eenheid ontmoet Buck Danny zijn toekomstige vrienden Sonny Tucson en Tumbler.
De tekenstijl zowel als het verhaal zijn sterk beïnvloed door de Amerikaanse auteurs Milton Caniff (met zijn ‘Terry and the pirates’), Frank Robbins en Noel Sickles.
3 De zonen des hemels (La Revanche des Fils du Ciel) 1950
4 De vliegende tijgers (Les Tigres volants) 1951
5 De zwarte draak (Dans les griffes du dragon noir) 1951
6 Aanval in Birma (Attaque en Birmanie) 1952
Na de oorlog worden onze helden geconfronteerd met het burgerleven, in een positie zonder geld en zonder werk, zoals zovelen in die periode.
Uiteindelijk vinden zij een baan bij een luchtvaartmaatschappij in het Midden-Oosten. Deze maatschappij blijkt er louche praktijken op na te houden.
7 De smokkelaars van de Rode Zee (Les Trafiquants de la mer rouge) 1952
8 De woestijnrovers (Les Pirates du désert( 1952
9 Petroleumgangsters (Les Gangsters du pétrole) 1953
Met het kleine fortuin dat onze hebben overgehouden aan hun Arabische avontuur willen zij een eigen luchtvaartmaatschappij oprichten, maar bij het zien van de nieuwe straalvliegtuigen laten ze zich toch strikken om weer dienst te nemen bij U.S. Air-Force, als testpiloten.
10 Testpiloten (Pilotes d'essai) 1953
Dit verhaal speelt tijdens de Koreaanse oorlog (1950-1953). Om politieke redenen (het was toen niet ‘ideologisch correct’ om dit conflict te bespreken, waarbij de voorkeur werd gegeven aan het Amerikaanse standpunt) werden de twee albums over de oorlog in Korea in Frankrijk verboden. van 1954 tot 1968.
Om te voorkomen dat hij opnieuw het risico van een dergelijke censuur zou lopen, heeft Jean-Michel Charlier vervolgens fictieve landen bedacht.
11 In Korea (Ciel de Corée) 1954
12 De onbemande vliegtuigen (Avions sans pilotes (1954)
Buck Danny met zijn twee kameraden krijgt de leiding over de piloten van het vliegdekschip ‘Valley Forge’. Dit betekend hun intrede bij de U.S. Navy, waar ze voortaan bij zullen blijven.
13 Een vliegtuig wordt vermist (Un avion n'est pas rentré) 1954
14 Patroelje bij dageraad (Patrouille à l'aube) 1955
15 NC22654 antwoordt niet meer (« NC-22654 » ne répond plus) 1957
De terugkerende vijand in deze serie is een vrouw die zichzelf ‘Lady X’ noemt (Jane Hamilton, in het dagelijks leven). Volgens Jean-Michel Charlier is ze geïnspireerd op Hanna Reitsch, zij behaalde diverse vliegrecords in de jaren ’30 en was testpiloot voor de Nazi’s en tijdens WO II werd zij gedecoreerd door Hitler. Na de oorlog zei ze: “Veel Duitsers voelen zich schuldig, maar het enige waar ze zich werkelijk schuldig over moeten voelen is, dat ze de oorlog verloren hebben”.
16 Gevaar in het Noorden (Menace au Nord) 1957
17 Buck Danny tegen Lady X (Buck Danny contre Lady X) 1958
Op aanvraag van de Verenigde Naties gaat het eskader van Buck Danny de strijd aan tegen een drugsbende in het Aziatische gebied.
18 Aanval op Malakka (Alerte en Malaisie) 1958
19 De tijger van Malakka (Le Tigre de Malaisie) 1959
Een verhaal over een verticaal opstijgend en landend prototype dat op een ‘James Bond’-achtige wijze wordt gestolen (nog vóór de films uitkwamen). Voor het eerst duikt hier de figuur Slim Holden op, die we vaker zullen terugzien.
20 S.O.S. vliegende schotels (S.O.S. soucoupes volantes !) 1959
21 Een prototype is verdwenen (Un prototype a disparu) 1960
De raketgeleerde Von Brantz wordt vastgehouden in Tibet. Een ijzingwekkend avontuur waarbij de geleerde bevrijd moet worden.
(Een verwijzing naar Werner von Braun, de Nazi-raketontwerper van de V2, die na de oorlog een belangrijke rol vervulde bij het Amerikaanse ruimtevaartprogramma).
22 Geheime opdracht (Top secret) 1960
23 Vlucht naar de verloren vallei (Mission vers la vallée perdue) 1960
Terug uit de Himalaya, worden onze vlieg-helden toegewezen aan het Navy Flight Test Center. Een speciaal squadron is daar gestationeerd om gevechtsvliegtuigen te testen die in staat zijn om de snelheid van Mach 2 aanzienlijk te overschrijden en zelfs de limiet van de hittemuur te bereiken. Er concurreren vliegtuigbouwers met hun prototypes, maar er kan er slechts één gekozen worden. Dit is het "ZZ", eskader, gevormd met alleen de beste straaljagerpiloten, onder het bevel van Buck Danny, uiteraard bijgestaan door Tumbler en Tuckson.
Dit avontuur is gebaseerd op twee historische prototypes: die van de McDonnell XF4H-1 (de FX-12) en die van North American YA3J-1 Vigilante (de FX-13), wiens rollen behoorlijk verschillend zijn: enerzijds een multifunctioneel gevechtsvliegtuig (luchtsuperioriteit) en anderzijds een bommenwerper (strategisch).
24 Proefmodel FX 13 (Prototype FX-13) 1961
25 Het ZZ eskader (Escadrille ZZ) 1961
Buck Danny en zijn sidekicks Tumbler, Tuckson en Holden) gaan aan boord van het vliegdekschip Saratoga dat opereert in de oostelijke Stille Oceaan, om de nieuwe "FX-13" gevechtsvliegtuigen te testen. Deze missie wordt gewijzigd richting de Zuid-Chinese Zee, met het oog op het aanpakken van de mogelijke destabilisatie van een kleine staat Viet Tan in Zuidoost-Azië, een bondgenoot van de Verenigde Staten, die een bedreiging zou kunnen vormen voor de vrede in de wereld. (Kleine verwijzing naar Zuid-Vietnam).
26 De vliegende tijgers komen terug (Le Retour des Tigres volants) 1962
27 De vliegende tijgers schieten te hulp (Les Tigres volants à la rescousse !) 1962
28 De vliegende tijgers tegen piraten (Tigres volants contre pirates) 1962
De volgende 3 verhalen vallen samen met het begin van de Amerikaanse verovering van de ruimte. Onze helden moeten voorkomen dat buitenlandse criminele organisaties de geheimen van het Amerikaanse ruimtevaartprogramma gaan ontfutselen.
De historische Mercury-Redstone 3 was de eerste Amerikaanse bemande ruimtemissie, gelanceerd als onderdeel van het Mercury-programma op 5 mei 1961. Astronaut Alan Shepard voerde een vijftien minuten durende sub-orbitale vlucht uit aan boord van het Mercury-ruimtevaartuig genaamd Freedom 7.
29 Operatie "Mercury" (Opération « Mercury ») 1964
30 De satellietdieven (Les Voleurs de satellites) 1964
(Tekenaar Hubinon kan het tempo niet bijhouden (o.a. door een drankprobleem) en Eddy Paape neemt het tekenwerk over van plaat 33 t/m 37 van ‘De satellietdieven’).
De North American X-15 (1960 tot 1968) voerde met drie gebouwde exemplaren ongeveer 200 testvluchten uit in opdracht van NASA en de Amerikaanse luchtmacht, waarmee alle snelheids- en hoogterecords van een bestuurd vliegtuig met vaste vleugels werden verbroken.
Het eindrecord van 7.272,68 km/u voor snelheid (3 oktober 1967) en 107,96 km voor hoogte (23 augustus 1963).
Neil Armstrong was één van de testpiloten.
31 X-15 (X-15) 1965
Danny, Tumbler en Tuckson wonen de lancering bij op Cape Kennedy van een Titan-raket uitgerust met een spionagesatelliet.
De sfeer is gespannen omdat de eerdere lanceringen mislukt waren. Het trio kijkt verbijsterd toe hoe het scenario wordt herhaald.
32 Alarm te Cape Kennedy (Alerte à Cap Kennedy) 1965
De strategische rivaliteit van geopolitieke blokken (Westers, Sovjet) vormt de basis van het avonturenscenario.
Het prototype werd door de auteurs omschreven als A-12 “gevechtsbommenwerper”, maar het is in feite de Lockheed YF-12 dat daadwerkelijk getekend is.
De Lockheed A-12 Oxcart is een spionagevliegtuig dat begin jaren zestig door de Verenigde Staten is ontworpen. Het kan vliegen met zeer hoge snelheden (meer dan 3.500 km/u) en op zeer grote hoogte (meer dan 25.000 meter). ) om aan onderscheppings- of luchtafweerraketten te kunnen ontsnappen.
33 Het geheim van de spookvliegtuigen (Le Mystère des avions fantômes) 1966
17 januari 1966, boven het Zuid-Spaanse dorpje Palomares ging er iets mis toen een B-52-bommenwerper in volle vlucht bijgetankt moest worden. Zeven militairen stierven, drie waterstofbommen (Mk28) vielen in en rond Palomares, een vierde landde zeven kilometer verder in de Middellandse Zee. Drie van de atoombommen werden binnen 24 uur teruggevonden. Ze waren met de wrakstukken van de beide vliegtuigen terechtgekomen in de buurt van het Spaanse vissersstadje Palomares. De veiligheidssystemen hadden gewerkt, zodat de bewoners van Zuid-Spanje een nucleaire ramp bespaard bleef. Maar de conventionele explosieven die de kettingreactie op gang moesten brengen waren wel afgegaan, zodat er over een gebied van 2 vierkante kilometer flink wat radioactief besmet materiaal was verspreid.
Dit incident, gecombineerd met de opstand in Nicaragua tegen de door Amerika gesteunde dictator Somoza, vormden de inspiratie voor dit verhaal.
34 Atoomalarm (Alerte atomique) 1967
35 Het dodenescadrille (L'Escadrille de la mort) 1967
(Doordat Victor Hubinon zijn arm brak nam tekenaar Jean-Claude Pascal (bekend als tekenaar van Oom Wim verhalen) van plaat 27 t/m 38 het tekenwerk over).
In Karachi zal een groot luchtvaart evenement plaatsvinden ter gelegenheid van de 15e verjaardag van de Pakistaanse luchtmacht.
De belangrijkste luchtmachten ter wereld sturen hun nationale acrobatische 'teams'... niet zonder een bijbedoeling: het land dat de meeste indruk maakt, zal vrijwel zeker een groot contract binnenhalen voor de levering van vliegtuigen. Ter plaatse herkennen we twee van de beroemdste piloten van de Patrouille de France: Tanguy en Laverdure. De Canadezen sturen een team onder leiding van Dan Cooper. De Russen worden, verrassend, vertegenwoordigd door een formidabel damesteam. De Verenigde Staten stuurden de Blue Angels, onder leiding van Buck Danny. Maar een machtige industriële groep, zal ook proberen de Pakistaanse luchtvaartmarkt voor zich veilig te stellen.
The Blue Angels is de naam van US-Navy stunt eenheid van de Amerikaanse marine (Navy Flight Demonstration Squadron), opgericht in 1946. Grumman F11F-1 Tiger-jagers werden door deze patrouille gebruikt van 1957 tot 1968.
36 De blauwe engelen (Les Anges bleus) 1970
37 De piloot met het leren masker (Le Pilote au masque de cuir) 1971
Al in 1856 werd een bedrijf opgericht om de exploitatie van Britse overheidsmonopolies, met name opium, om de commerciële ontwikkeling van Sarawak te beheren. De Borneo Company werd in Londen geregistreerd.
In feite was de opiumhandel zo winstgevend dat de regering in 1910 de regels van het monopolie veranderde, zodat een syndicaat, deels gefinancierd door de Rajah zelf en deels door lokale kapitalisten, konden deelnemen. Het Sarawak Opium Farm Syndicate.
Op 21 september 1969 kondigde president Nixon onverwachts Operatie Interception aan, gericht op het bestrijden van de cannabis-handel over de grens met Mexico. De operatie was een mislukking, maar slaagde erin de strijd tegen drugsverslaving en het thema ‘drugs’ tot een nationale prioriteit te maken. In de jaren zeventig begon Operatie Condor met als doel om de teelt van opium en cannabis in de ‘gouden driehoek’ in ZO-Azië te bestrijden. Ook die operatie mislukte: hoewel veel kleine boeren en kleine handelaars werden gearresteerd, werden hele dorpen gedwongen te emigreren, werden talloze mensenrechten-schendingen gepleegd en werd geen enkele hoge piet gepakt.
De DEA (Drug Enforcement Administration) werd opgericht tijdens de ambtstermijn van Richard Nixon en is de belangrijkste organisatie voor het bestrijden van illegale drugs. Volgens de DEA bereikte de detailhandel in heroïne begin jaren zeventig alleen al in New York City een jaaromzet van bijna 500 miljoen dollar.
Parallel aan het officiële beleid van de Verenigde Staten neemt de CIA deel aan talrijke drugshandel-activiteiten over de hele wereld om haar operaties te financieren. In Latijns-Amerika ontving de DEA instructies van de CIA om de cocaïnehandel tussen Bolivia en Midden-Amerika niet te verstoren, wat bijdroeg aan de financiering van de Contra's (de anticommunistische paramilitairen van Nicaragua).
Dit is de historische achtergrond voor de volgend drie verhalen:
38 Het dodelijke groene dal (La Vallée de la mort verte) 1973
39 Haaien in de Chinese Zee (Requins en Mer de Chine) 1977
40 Ghost Queen (Ghost Queen) 1979
Het zittende leven van de striptekenaar met de nodige drank en sigaretten eisten zijn tol. Victor Hubinon overleed op 8 januari 1979 op 54-jarige leeftijd aan zijn tekentafel na een hartaanval.
Na het overlijden in 1979 van Victor Hubinon (hij had toen 40 Buck Danny-albums getekend) moest Jean-Michel Charlier op zoek naar een vervanger. Terwijl hij ook al op zoek was naar een vervanger van Hubinon voor “Roodbaard”. Dat werd Jijé, maar die overleed in juni 1980, zodat Charlier ook weer iemand moest zoeken voor de serie “Tanguy et Laverdure”, ook getekend was door Jijé.
Verschillende auteurs werden getest voor reeks “Buck Danny”: Patrice Serres (die Tanguy en Laverdure zal overnemen), Norbert Boussot, Georges Ollivereau, Daniel Chauvin (voormalig assistent van Jijé) en Jean-Charles Kraehn worden geconfronteerd met de onstuitbare blik van de productieve verhalenverteller. Tevergeefs…
Op 24 december 1981 keurde Charlier, ondanks de weigering van Dupuis om de serie "Buck Danny" opnieuw in harde kaft (en niet in paperback) uit te geven, de hervatting door Francis Bergèse (geboren in juli 1941) goed: er werd een bestelling geplaatst bij de tekenaar voor de 44 platen van het volgende opus, “Operatie Apocalyps” genoemd. Het scenario is James Bond waardig en vertelt over de diefstal van atoombommen door een criminele organisatie die vervolgens een bloedbad wil aanrichten tijdens een internationale bijeenkomst van staatshoofden!
Deze nucleaire trilogie tegen de achtergrond van de Koude Oorlog zal tot 1986 doorgaan met de delen 42 (Hellepiloten, 1984) en 43 (Vuur uit de hemel). Tijdens het tekenen van Operatie ‘Apocalypsis’, zal Bergèse vernemen dat deze titel zal worden uitgegeven door Novedi: een nieuwe uitgeverij.
*Scenario Jean-Michel Charlier - Tekeningen de Francis Bergèse, *
41 Operatie ‘Apocalypsis’ (Mission ‘Apocalypse’) 1983
42 Hellepiloten (Les Pilotes de l'enfer) 1984
43 Vuur uit de hemel (Le Feu du ciel) 1986
44 De deserteur (Les « Agresseurs ») 1988
Jean-Michel Charlier overleed op 10 juli 1989 (64 jaar oud).
Na ‘De deserteur’ (deel 44, 1988), begon Charlier aan “Blackbirds” en leverde de eerste 23 pagina's af, voordat hij op 10 juli 1989 overleed (64 jaar oud). Dit verhaal in de vorm van een tweeluik werd pas veel later voltooid, tijdens de herdenking van het 70-jarig jubileum van de serie in Dupuis in januari 2017. Naast Bergèse (die de serie in 2008 had verlaten), scenarioschrijvers Patrice Buendia, Frédéric Zumbiehl en tekenaar André Le Bras zullen op talentvolle wijze de avonturen vertellen van Buck, Sonny en Tumbler, toegewezen aan de luchtmachtbasis Kadena in Japan, om spionagemissies op hoog niveau uit te voeren in het noordoostelijke deel van de USSR.
Scenario Jacques de Douhet - Tekeningen Francis Bergèse
45 De geheimen van de Zwarte Zee (Les Secrets de la mer Noire) 1994
Scenario en tekeningen Francis Bergèse
46 Het spooksquadron (L'Escadrille fantôme) 1996
47 Verboden gebied (Zone interdite) 1998
48 Strijd boven de bergen (Tonnerre sur la cordillère) 1999
49 De nacht van de slang (La Nuit du serpent) 2000
50 Sabotage in Texas (Sabotage au Texas) 2002
51 Mysterie in Antarctica (Mystère en Antarctique) 2005
52 Vermist (Porté disparu) 2008
Scenario Frédéric Zumbiehl - Tekeningen Francis Wilnis
53 Zwarte Cobra (Cobra noir) 2013
Scenario Gil Formosa - Tekeningen Francis Wilnis
54 Een schaduw in de nacht (La Nuit du Spectre) 2015
55 Defcon One (Defcon One) 2016
56 Vostok antwoordt niet meer (Vostok ne répond plus) 2018
57 Operatie vektor (Opération Vektor) 2019
58 Het pact (Le Pacte !) 2021
59 Skyborg (Programme Skyborg) 2022
60 Air Force One (Air Force One) 2023
Buck Danny (70 jaar, Dupuis)
Scenario (Jean-Michel Charlier voor de eerste 23 pagina’s) Frédéric Zumbiehl en Patrice Buendia
Tekeningen Francis Bergèse (deel 1), André Le Bras en Gil Formosa
Blackbirds 1 (2017)
Blackbirds 2 (2017)